SJAH | NL
Deze steen werd hoogstwaarschijnlijk gevonden in de omgeving van Golconda in Indië. Hij woog ruw iets meer dan 95 kt en was lichtjes getint, maar zeer zuiver. Het merkwaardige aan deze gem zit 'm niet in zijn slijpsel, want de natuurlijke vlakken werden gewoon gepolijst. De steen woog na het slijpen 88,70 kt, wat een miniem verlies betekent.
Buitengewoon zijn wel de inscripties op drie van de vlakken. Op het eerste vlak staat er «Bourhan-Nizam-Sjah 1000» gegraveerd. Dat is de naam van een onbekende prins. Het getal 1000 verwijst naar de Mohammedaanse kalender en komt overeen met het jaar 1591 van onze tijdrekening.
De tweede inscriptie geeft ons de naam «Zoon van Jehangir Sjah, Jehan» en dateert van 1641 of 1651 (naargelang de informatiebron). De derde inscriptie dateert van 1824 en draagt de naam «Shahvan Perzië, Fath Ali Sjah».
De opschriften zijn uiterst scherp en duidelijk gegraveerd met de toen beschikbare middelen. We beschikken echter over geen enkele informatie over de manier waarop de inscripties werden aangebracht.
De beroemde ontdekkingsreiziger Tavernier zou de steen voor het eerst in 1665 gezien hebben. De steen hing aan de troon van de bekende Mogols keizer van Indië, Aurangzeb, in Delhi. In 1739, bij de val van Delhi, kreeg sjah Nadir de diamant in handen.
Daarop kwam de steen in een woelige periode terecht, gekenmerkt door verschillende machtsovernamen. Uiteindelijk was het Sadek Khan die zich de trotse eigenaar van de diamant mocht noemen. Sadek Khan werd ook van de troon gestoten, maar hij slaagde erin de uitzonderlijke diamant te behouden. Hij ontketende nog een revolutie om de macht te herwinnen, maar zijn poging mislukte. Sadek Khan werd gevangengenomen door sjah Fath Ali, die hem beloofde geen druppel van zijn bloed te laten vloeien als hij hem de steen gaf. Sadek Khan vertrouwde de man en gaf hem de diamant. In zekere zin hield sjah Fath Ali zijn belofte: hij liet Sadek Khan levend begraven zonder een druppel van zijn bloed te vergieten.
Maar de Sjah had andere zorgen aan zijn hoofd: buurland Rusland werd veel te machtig en ontnam hem Georgië in 1813 en Armenië in 1828.
Toch werd er geen vrede gesloten. In 1829 brak er in Teheran een opstand uit, waarbij de ambassadeur van Rusland vermoord werd. De Sjah zag het gevaar van een Russische invasie tijdig in en stuurde een delegatie naar Moskou om zijn excuses aan te bieden en de diamant aan tsaar Nicholas I te schenken. Dat gebaar deed de woede zakken. Een voor Perzië bloedige en rampzalige oorlog werd op de valreep vermeden.
Tijdens de oorlogsverklaring in 1914 en de Russische revolutie werden de juwelen van Sint-Petersburg in Moskou in veiligheid gebracht.
Na de revolutie in 1922 maakte men een inventaris van de juwelen van de socialistische Sovjetrepubliek. De Sjah werd in het museum van het Kremlin geplaatst. Daar kan men hem nog altijd bewonderen.
|
