PARELS | NL

Het meest vrouwelijke en mystieke onder de sieraden. De parel is een edel en mystiek sieraad van de zee, meren en snelstromende beken. Overal waar schelpdieren leven, worden parels gevormd.

Dus ook in zoetwater. Een parel wordt per toeval in een oester geboren met een briljante schijn en een unieke zachte innerlijke glans. Geen edelsteen die daar tegenop kan. Helaas zijn de natuur parels uiterst zeldzaam geworden. Om één enkele echte parel te vinden openden parelvissers vroeger duizenden oesters. Het beroep van parelvisser is gevaarlijk en uitputtend, parelvissers werden nooit oud. Een perfect parel was en blijft bijgevolg uiterst zeldzaam.
 
Een legendarische voorgeschiedenis
De geschiedenis staat bol van legendes en verhalen over parels, ooit het kostbaarste product op aarde. Zo is er het verhaal van Cleopatra die, om indruk te maken op Marcus Antonius, twee parels in een glas wijn vergruisde en opdronk. Omgerekend naar onze tijd vertegenwoordigde dit, volgens de geschiedschrijver Plinius, een kapitaal van zo'n 20 miljoen €. In de Middeleeuwen vertrok een ridder liefst met een parel naar het slagveld. Logisch dat deze talisman geluk bracht, want men dacht dat het gestolde tranen van engelen waren. Letterlijk een geschenk van de hemel dus, uiteraard voorbestemd voor de adel en de kerk. Trouwens, in de Renaissance was het de brave burger zelf verboden ze te bezitten. Zo ontstond tijdens de verovering van de Nieuwe Wereld een ware "Pearlrush" bij de ontdekking van pareloesters in de meren van Centraal Amerika. Jammer genoeg werden hierbij bijna alle zoetwaterpopulaties uitgegroeid. En in 1916 werd ene Jacques Cartier trotse eigenaar van zijn juwelenzaak op Fifth Avenue, New York ... in ruil voor 2 parelsnoeren.
 
Japans vernuft
Gelukkig verschijnt rond die tijd de Japanner Kokichi Mikimoto die dit wonderlijk product van de levende natuur in ieders bereik brengt. Hij brevetteert een methode om parels te kweken door een vreemde kern (aragoniet) handmatig in het zachte vlees van een pareloester in te brengen. De toevalsfactor wordt hierdoor omzeild en de oester begint in een natuurlijke reflex parelmoer rond dat vreemde lichaam at te zetten. Na twee, drie jaar kan men een zogenaamde cultuurparel oogsten. Dit is dan ook een echte natuurlijke parel, waarvan enkel het groeiproces op gang werd gebracht door menselijke interventie. Voor de rest zorgt nog steeds moeder natuur. Tegenwoordig worden bijna alle parels op deze manier gekweekt. Van een normale pareloogst is slechts 20 % gaaf genoeg om als juweel dienst te doen. Ongeveer 5 % van deze parels kunnen we als topklasse beschouwen. Een vrouw die een dergelijke uniek collectie bezit en draagt mag zich erg gelukkig prijzen.
 
Waar de harten voor smelten Men onderscheidt vier soorten cultuurparels :
 
"Akoya" parels
De topklassieker uit Japon, met een diameter tussen 2 en 9 mm, en meestal gebruikt voor halskettingen en juwelen. De Akoya-oester wordt ook in China gekweekt maar is iets minder briljant.
 
Zuidzeeparels
Groot (9 tot 20 mm) en in kleur variërend van wit uit Australië en Indonesië tot groen-zwarte exemplaren uit Frans Polynesië.
 
Zoetwaterparels
Uit Japan, China en de USA, relatief goedkoop en omwille van hun unieke vormen en kleuren erg populair bij trendy juweelontwerpers.
 
"Mabe" parels
Uit Japon, Indonesië en Australië, die tegen de oesterschelp groeien en omwille van hun afgeplatte rug meestal in ringen en oorbellen gebruikt worden.
 
Echt of vals ?
Echte parels, zowel natuurlijke als cultuur, voelen eerst koud aan en passen zich dadelijk aan uw lichaamswarmte aan. Een valse is steeds op omgevingstemperatuur en in verhouding ook lichter van gewicht. Wanneer je een echte parel tegen je tanden wrijft ondervind je een zandkorrelig gevoel omdat je kalk tegen kalk wrijft. Een valse daarentegen voelt erg zacht aan. Echte geboorde parels hebben een erg zuivere boor rand, terwijl deze bij valse iets afgeronder zijn alsof de parel een beetje wegsmolt tijdens het boren. De namaak kregen de naam van “parels van Majorca”. Maar er zijn ook imitaties in glas en plastic. Er zijn ook gekleurde parels, meestal roos of goudkleur, het onderscheid kan maar door een gemmoloog gedaan worden.
 
Parels en mode
De parel is nog steeds het meest vrouwelijk en meest mystieke onder de sieraden. Het betoverende kleurenspel, de onweerstaanbare glans en het feit dat de mens haar niet hoeft te slijpen of te polijsten maakt van de parel een kostbaar kleinood. De parel was vroeger het privilege van keizers, koningen, maharadja's, verwerkt in kledij en kronen en sieraden als symbool van rijkdom en macht. Het naderende fin-de-siècle drukte een duidelijke stempel op het modebeeld. De uitgesproken stijl van verschillende juweel-ontwerpers draagt ertoe bij dat de parel niet meer voor "grootmoeders” is maar ook sportief, jong en elegant kan zijn. Het individualisme biedt ruimte aan vele stijlen en zo tekenen zowel luxe als eenvoud de nieuwe collecties. Overdaad uit zich onder meer in uitbundig vorm- en kleurgebruik : de eenvoud vindt zijn weg in bescheiden vormen en materiaalkeuze.
 
Royale schakelbanden zorgen voor een glamoureus geheel. Gestileerde colliers en ringen met een eigen signatuur daarentegen, geven de draagster een subtiele charme. Kwaliteitscriteria : er wordt wel eens beweerd dat kwaliteitsbepaling bij parels moeilijker is dan bij edelstenen, vooral ook omdat de kwaliteit door een groot aantal factoren wordt beïnvloed. De expert baseert zich op volgende punten :
 
Omvang en gewicht
Een voldoende dikke parelmoerrand ten opzichte van de kern garandeert de kwaliteit van de glans en de duurzaamheid van de parel. Grotere maten zijn moeilijker te kweken en dus kostbaarder. De parel wordt gemeten in halve millimeters, bijvoorbeeld 6,0 x 6,5 mm. Het gewicht wordt uitgedrukt in grein (50 mg). De gewichtsnorm geldt voornamelijk in Japon als kwaliteitsstandaard hierdoor mogen maar enkel officiële instanties het gewicht van een parel certificeren. Voor andere evaluaties gelden volgende visuele criteria :
 
Kleur
De kleurfactor wordt bepaald door de oesterschelp. De parelindustrie onderscheidt in hoofdzaak volgende kleurgroepen : roze, zilver, crème, goud, groen, blauw en zwart. Dit kleurenonderscheid is vrij subjectief en wordt uiteraard bij daglicht bepaald. De populariteit van bepaalde pareltinten heeft ook met de huidskleur te maken. Witte-rosé parels harmoniëren perfect met bleke tinten, terwijl meer crèmekleurige parels ideaal zijn voor een donkere huid.
 
Oriënt en glans
Onder Oriënt of iridescentie verstaan we de "regenboog" schijn dit ontstaat door de kwaliteit, de dikte en de regelmaat van de parelmoerlagen. Factoren die de magische schittering en leven aan de parel geven en schijnbaar uit het binnenste van de parel komen. Glans “luster” heeft daarentegen met het reflectievermogen te maken. Hoe dieper “luster”, hoe kostbaarder. Parels met wolk- of melkachtige schijn worden laag gequoteerd.
 
Oppervlak
De regelmaat van lagen, oppervlakteruwheid en mogelijke onzuiverheden in de structuur bepalen dit essentieel criterium. Men verkiest een niet-gepikeerde parel. De zuiverheid is het ontbreken van alle oppervlakkige fouten, hetzij kleine piques of misvormingen tijdens het groeiproces.
 
Vorm
Hoe ronder, hoe perfecter. Nochtans verkiezen sommige peervormige, ovale, halfronde of barokvormige parels. Steeds een bron van inspiratie voor juweelontwerpers.
 
Grootte
De waarde is afhankelijk van de diameter, uitgedrukt in millimeters. En dan praten we nog niet over soortelijk gewicht, dichtheid, hardheid, halve of hele doorboringen ... Het is duidelijk dat de waardebepaling een zaak is voor specialisten.
 
Vijand:
De grote vijand van de parel is parfum, hierdoor “sterft” de glans. Dus nooit parfum of eau de Cologne spuiten op een parelhalsnoer. Daarentegen hoe meer men parels op de huid draagt hoe mooier zij worden.